bottlenecks en draagvlak

De projectorganisatie van EurekaRail heeft eerst de bottlenecks in kaart gebracht en met bestuurders, politici, ambtenaren en direct belanghebbenden draagvlak gecreëerd voor mogelijke oplossingen. Essentieel is de analyse van de maatschappelijke kosten en baten. Wat kost een grensoverschrijdende treinverbinding en wat levert een goed functionerend internationaal treinnet op voor de economie en het milieu? Wat zijn de groeikansen in aantallen treinreizigers op de verschillende trajecten? De antwoorden zijn meer dan positief.

 

Rode draad in EurekaRail is het verbinden van partijen en specialisten, het zoeken en vinden van funding en kennis delen. In zes jaar zijn de nodige concrete resultaten geboekt die motiveren om door te gaan met het aanjagen van grensoverschrijdend treinen. Er is nog volop werk aan de winkel, maar de eerste essentiële stappen zijn gezet; de internationale treinverbindingen in de grensstreken zijn aantoonbaar verbeterd.

Wat zijn de bottlenecks

Bottleneck 1: een directe spoorverbinding Eindhoven – Venlo – Mönchengladbach – Düsseldorf.
Om de verbinding verder te versnellen zijn nog technische aanpassingen aan de sporen bij station Eindhoven en de aanleg van 12 kilometer dubbelspoor tussen Kaldenkirchen en Dülken nodig.

Bottleneck 2: een directe intercityverbinding Eindhoven – Heerlen – Aachen. Nodig is een dubbel spoor tussen Heerlen en Landgraaf en elektrificatie van het spoor in Nederland. Ook in Duitsland, bij Herzogenrath en Aachen, moeten er aanpassingen worden gedaan.

Bottleneck 3: een spoorverbinding op het traject Brussel – Liège – Maastricht.
Nodig is het opschalen van de stoptreinverbinding tussen Liège en Maastricht naar mogelijk een verbinding die twee keer per uur rijdt. Enkele aanpassingen aan materieel zijn noodzakelijk.

Bottleneck 4. een betere verbinding Antwerpen – Hamont – Weert.
Nog nodig is de elektrificatie van 9 kilometer spoor op Nederlands grondgebied.

Bottleneck 5: een betere verbinding tussen Roosendaal en Antwerpen.
Nodig is uitbreiding van de intercitydienst Brussel-Antwerpen-Essen naar Roosendaal. Tijdens de Thalassa-top zijn de Belgische en Nederlandse regeringen overeengekomen om stappen te zetten om na uitrol van ERTMS te komen tot een verbetering van de verbinding in de vorm van een frequentieverhoging dan wel een verhoging van de commerciële snelheid. Met de regio wordt een plan van aanpak opgesteld.