eureka

peter kee en geertje van engen, at osborne: stappen maken door elkaars bril op te zetten

Peter Kee en Geertje van Engen werken bij adviesbureau AT Osborne. Zij begonnen in 2015 met een onderzoekstraject voor de Duits-Nederlandse spoorverbindingen van het programma EurekaRail. Hoe kun je snelle verbindingen tussen Eindhoven-Düsseldorf en Eindhoven-Aken mogelijk maken? Samen blikken ze terug op een leuke en ook leerzame periode.

Het team van AT Osborne wilde goed beslagen ten ijs komen toen het aan de slag ging met de vraag van de Provincie Limburg naar treinverbindingen naar Duitsland. Al in de aanbestedingsfase dacht het goed na over de competenties die nodig waren om de klus te klaren. Ze trokken bijvoorbeeld een projectmanager aan met veel ervaring in haalbaarheidsstudies voor openbaar vervoer projecten. Hij kent beide kanten van de grens goed en is bovendien tweetalig. Belangrijk, want intensieve communicatie was cruciaal, en de voertaal over de grens meestal Duits.

Zo had het team al aardig wat kennis in huis en zocht het op voorhand veel uit. Peter Kee: ,,Ik denk dat we heel goed wisten waar we aan begonnen en wat we konden verwachten.” AT Osborne vormde een consortium samen met Royal Haskoning DHV. Peter Kee: ,,Zij brachten met name de technische expertise in. Wij richtten ons vooral op het samenbrengen van alle Nederlandse en Duitse partijen, het aansturen van de vele onderzoeken, maar ook het analyseren van de resultaten. En we bereidden de ambtelijke en bestuurlijke besluitvorming voor.”

Aansluiten bij de manier waarop het ministerie werkt

Toen de Provincie Limburg het consortium de opdracht gunde, bracht het team als eerste de Nederlandse kant in stelling. Daarnaast wilde het de betrokken partijen meekrijgen; de Provincie Noord-Brabant, het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat en ProRail. Volgens Geertje van Engen zijn het twee cruciale zaken voor succes. ,,Het ministerie legde de nadruk op het doen van degelijk onderzoek en het doorlopen van een zorgvuldig afwegingsproces. De Provincie Limburg had grote ambities en wilde snel concrete resultaten boeken. We hebben deze twee bij elkaar gebracht door te kiezen voor een twee-sporenaanpak.”

Twee sporen aanpak

De MIRT-systematiek werd ingezet, een bekende methode voor alle betrokkenen. ,,Na een grondige probleemanalyse bekijk je eerst breed het hele spectrum en verken je wat er allemaal mogelijk is. Dan valt een deel van de opties af en houd je er een paar over die gedetailleerder worden onderzocht.” Het tweede spoor bestond uit een onderzoek naar zogenoemde ‘no-regret’ investeringen in de infrastructuur: welke maatregelen heb je altijd nodig om het grensoverschrijdend spoorvervoer te verbeteren? Dit onderzoek leidde al in de zomer van 2016 tot een besluit over de spoorverdubbeling tussen Heerlen en Landgraaf. Geertje van Engen: ,,De twee-sporenaanpak zorgde voor een soepele samenwerking tussen alle partijen.”

De Nederlandse kant stond en het gezamenlijk doel was scherp gesteld. Het was tijd om intensiever met de Duitsers te gaan praten en zaken tussen de beide landen af te stemmen over zowel de verbinding Eindhoven-Düsseldorf als de verbinding Eindhoven-Aken.

Station Düsseldorf
Station Düsseldorf Foto: Foto: Wouter Roosenboom
Station Düsseldorf
Station Düsseldorf Foto: Foto: Wouter Roosenboom

Elkaars bril opzetten

Eerst de twee werelden hun verhaal laten vertellen en elkaars bril opzetten, dat is belangrijk volgens de adviseurs. Peter Kee: ,,Het bijzondere aan grensoverschrijdende projecten is dat het heel veel energie, tijd en geld kost, maar uiteindelijk voor iedereen leuk en leerzaam is als je het goed doet. We hebben open met elkaar het gesprek kunnen voeren.” Aanvankelijk waren er wel 20 mogelijkheden om van Eindhoven naar Düsseldorf te komen. Je kunt nieuwe infrastructuur aanleggen, er zijn verschillende routes, het treinmaterieel speelt een rol enzovoort. Peter Kee: ,,Het ging redelijk snel met de Düsseldorfverbinding omdat de Duitse partijen een of twee opties ook zagen zitten. Daar kun je dan vervolgens dieper op ingaan.” Geertje van Engen: ,,We keken naar infrastructuur, past het of moet je voor miljoenen gaan verbouwen? We maakten de business case; als een trein gaat rijden, wat gaat een vervoerder dat dan kosten en opleveren? Organisatorisch ontstaat de vraag hoe de Duitse en Nederlandse autoriteiten een overeenkomst met elkaar kunnen sluiten. We hebben ook een maatschappelijke kosten-batenanalyse gemaakt van het geheel en gekeken naar de vervoerwaarde, met andere woorden: hoeveel mensen gaan er naar verwachting in 2025 in die trein zitten.”

Passen en meten op het drukke spoor

Alle uitkomsten werden in verschillende bestuurlijke overleggen gepresenteerd en toegelicht. Peter Kee: ,,Je kunt allerlei hele mooie vergezichten hebben van hele snelle directe treinen tussen steden, maar de praktijk is vaak weerbarstig. Het Nederlandse en Duitse spoor zitten hartstikke vol. De nadruk ligt zowel in Nederland als in Duitsland, op het binnenlands vervoer. We willen met de trein naar het buitenland, maar het is vaak passen en meten hoe je die internationale trein erin kunt krijgen.”

Station Aachen
Station Aachen Foto: Foto: Wouter Roosenboom
Station Köln
Station Köln Foto: Foto: Sunny Gardeur

Cultuurverschil is groot

Door hun intensieve contacten met de Duitsers ontdekten ze dat het cultuurverschil soms best groot is. Geertje van Engen: ,,Nederland is bezig met hoe het spoornetwerk er in 2040 uit moet gaan zien, dat kan nog alle kanten op. De Duitsers hebben alles al uitgedacht. In een gesprek over het eventueel verschuiven van eindpunten in het Duitse netwerk, keek een van de Duitsers heel bedenkelijk bij een van de varianten. De betreffende trein ging namelijk twee minuten schuiven in 2040.” Peter: ,,In Nederland krijgt de vervoerder veel vrijheid in de manier waarop hij de dienstregeling inricht en oplost. De opbrengst risico’s liggen hier vaak bij de vervoerder.  In Duitsland zijn deze voor de opdrachtgever, de vervoersautoriteit. Dat was de grootste opgave, je bent het eens over het traject maar hoe regel je dat nu eigenlijk met elkaar?”

Trucs bedenken

Nationale overheden kunnen zaken doen met andere nationale overheden, zo is het internationaal geregeld. Maar grensoverschrijdende samenwerking tussen nationaal Nederland en regionaal Duitsland, dat kom je niet vaak tegen. Peter Kee: ,,De juridische uitdaging lag in het vinden van een vorm om dat te organiseren. We hebben er mensen van het ministerie bijgehaald en Duitse juristen. Uiteindelijk is gekozen om op een getrapte manier te contracteren via de Provincie Brabant. Het heeft wel een half jaar extra tijd gekost.”

Ook kleine succesjes pakken

Als je de ambitie hebt om grensoverschrijdend spoor te verbeteren, dan moet je geduld hebben volgens Peter Kee: ,,Het kost in mijn beleving  wel vier keer zoveel inspanning dan wanneer je binnen Nederland iets tot stand wil brengen. Er zijn twee keer zoveel partijen en over de grens is altijd alles net iets anders.” Geertje van Engen: ,,Je moet een lange adem hebben en vooral ook tussentijds de kleinere successen verzilveren, zoals de spoorverdubbeling van Heerlen-Landgraaf en het binnenhalen van Europese subsidie daarvoor. Naar Düsseldorf is het dan wel geen hogesnelheidslijn geworden, maar is wel een stap in de goede richting gezet. Daarbij helpt politieke wil en durf. In Limburg zette de bestuurder er goed druk op.”

Peter Kee, consultant bij At Osborne e
Peter Kee Foto: Foto: At Osborne

Een bestuurder moet een besluit durven nemen

Je moet niet onderzoeken om het onderzoeken, vindt Peter Kee, het gaat erom informatie tot stand te brengen zodat bestuurders een besluit kunnen nemen. ,,De onzekerheden in bijvoorbeeld vervoersprognoses en financiële doorrekeningen maken het voor bestuurders soms best lastig om het aan de achterban te verkopen. Zij moeten kunnen uitleggen waarom ze dan toch iets gaan doen. Het maakt dit soort opdrachten voor ons ook interessant. Hoe ga je daar nou zo goed mogelijk mee om? Hoe kun je daar zo goed mogelijk over adviseren?”

Ze kijken beiden met veel tevredenheid terug op het project. Geertje van Engen: ,,De ene dag zit je met de inhoudelijke experts van Royal Haskoning DHV achter de excellsheet te puzzelen op reistijden en vervoerwaarden. De andere dag met de bestuurder om de bestuurlijke kant van het verhaal voor te bereiden. Onze rol is daardoor heel leuk en heel leerzaam.”

18 February 2020 | 17:57

dhr. D.B.J. Cats

Als de verbinding er komt, dubbel spoor Heerlen – Landgraaf en er komen Intercity’s
verdwijnen er hopelijk toch niet de treinstations Landgraaf en Eygelshoven Markt
? Verder met een P&R-station zou Heerlen De Kissel mogelijk moeten zijn !

antwoord