Een enkeltje treinen van Amsterdam naar Barcelona voor 300 euro, reistijd twaalf uur. Terwijl een vliegretourtje voor nog geen 100 euro aangeboden wordt. Wie kiest er dan voor de trein? Paul Peeters zucht. Natuurlijk heeft ook hij het artikel in De Volkskrant gelezen. Sterker nog, hij komt erin aan het woord. Slechte reclame voor de internationale treinverbindingen. “Dodelijk zelfs”, zegt de lector en lid van Het Groene Brein, een groep van 100 wetenschappers die onderzoek doen naar duurzame ontwikkelingen op onder meer het gebied van reizen. “Want alleen die getallen blijven hangen. Zie je wel, luidt dan de conclusie, je kunt beter het vliegtuig nemen. En dat is echt niet waar. De vergelijking is ongelukkig gekozen. Als je op tijd boekt, zijn de treintickets ook voor concurrerende prijzen te koop. Net als de vliegtickets. Of probeer een Eurail kaart vanaf 250 retour plus circa 50 euro reserveringen. En dan heb je nog drie extra vrije reisdagen in Europa voor niks. Verdiep je in de dienstregeling en je zult zien dat met de hogesnelheidstreinen ook goede snelle deals te maken zijn. Zeker als je eerlijk alle kosten meetelt. Bagage in het vliegtuig, tussen de 15 en 40 euro, openbaar vervoer naar de luchthavens (circa 10 euro) of een taxi (circa 50) en het verschil wordt al veel kleiner. En de reistijd? De transfers van en naar de luchthavens? De wachttijd voor de poortjes en de gates? De vertragingen? We zijn voorgeprogrammeerd om vliegen als goedkoper en sneller te beschouwen.”
Energie
Vliegmaatschappijen marketen dat ook heel slim, vervolgt Paul Peeters. Ze adverteren breed met de laagste, theoretische tarieven en profileren zich ook steeds meer als duurzaam en groen. “Slim ja, spoorbedrijven zijn daar niet zo handig in. Maar vliegen is in vergelijking met alle andere vervoersmodaliteiten veel en veel slechter voor het milieu. Hoe je het ook wendt of keert. Per passagier is het energieverbruik in vergelijking met de automobilist tot vier keer hoger, afhankelijk van de bezettingsgraad van de auto. Vergeleken met de trein is het al gauw een factor vier. Maar energie is slechts één factor. Het verschil in de uitstoot van CO2 en stikstof is vaak nog veel groter. Vliegtuigen verbranden fossiele brandstof, maar treinen en steeds meer auto’s rijden op elektriciteit die steeds vaker van duurzame bronnen komt. In sommige landen hebben treinen vrijwel geen uitstoot zoals in Zwitserland (waterkracht), Nederland (windenergie) en Frankrijk (kernenergie). Boven de grond zijn vliegtuigen direct vervuilend voor de omgeving, in de hogere luchtlagen zorgt de uitstoot van stikstof en waterdamp voor effecten die het klimaat sterk opwarmen. Helaas zijn er niet heel veel mensen die hierover nadenken als ze een reisje, vakantie of zakelijke trip boeken. Prijs en gemak zijn bepalend. Waarbij ik dan wel weer aanteken dat treinreizen doorgaans veel comfortabeler is dan vliegen of autorijden.”