Op papier hebben de grensregio’s Venlo-Roermond-Mönchengladbach en Maas-Rijn veel economische potentie. Perfect centraal gelegen tussen een aantal grote steden, het dichtbevolkte Nordrhein-Westfalen als achterland en direct verbonden met de zeehavens. Er zijn veel kansen voor verdere economische groei.
Maar de vraag is hoe die kansen beter benut kunnen worden. Er dreigt in sommige sectoren bijvoorbeeld krapte op de arbeidsmarkt en dat zet een rem op de investeringen. Terwijl die arbeid aan de andere kant van de grens wel voor handen kan zijn. Om vraag en aanbod bij elkaar te brengen is gerichte grensoverschrijdende samenwerking nodig in combinatie met betere en eenvoudigere mobiliteitsoplossingen. Zodat werknemers de werkplekken ook goed kunnen bereiken. Eenvoudiger en ‘grenzeloos’ reizen draagt bij aan het benutten van de kansen.
Studie
“Dat hebben wij ook vastgesteld in onze studie”, zegt senior EurekaRail-onderzoeker Jos Kalfsbeek en nauw betrokken bij de analyse, ‘Opportunity’s cross-border public transport’ gedoopt. “Om een simpel voorbeeld te noemen: de regio Greenport Venlo heeft een behoefte aan seizoenskrachten in de land- en tuinbouw. Net over de Duitse grens zijn genoeg mensen die graag enkele maanden hier komen werken. Ze hebben echter geen auto en er zijn geen adequate verbindingen met het openbaar vervoer. En dus komen ze niet.”
Een ander voorbeeld. “Er staan vaak files vanuit Duitsland richting de Designer Outlet in Roermond. De trein of bus is voor die mensen geen goed alternatief. Dat kan de verdere ontwikkeling belemmeren. Met gerichte maatregelen zoals combinatietickets voor internationale klanten, vervoer op maat, etcetera help je de verdere groei van het Outlet Center en daarmee Roermond.” Het benutten van dit soort grensoverschrijdende sociale en economische kansen vergroot de vraag naar mobiliteit. Jos Kalfsbeek: “Het is belangrijk deze kansen goed in beeld te hebben voor een goede besluitvorming over te nemen maatregelen. Met ‘traditionele’ methoden komen deze kansen niet of nauwelijks aan de oppervlakte.”